Naar inhoud
Header 15 2000x550px

'Water aan de lippen'

Zorgdirecteur Marcia Adams is gevraagd om een column te schrijven in de lokale krant Hallo Horst aan de Maas. Deze keer vertelt ze over het hoogwater bij Dichterbij. Terwijl het water steeg, werkte Marcia vanuit huis. In quarantaine, omdat ze ondanks haar vaccinatie besmet raakte met het coronavirus.

“Mag ik ook in jouw hotel?” Saar staat voor de deur met een glas water. Ik begin aan dag tien in isolatie op mijn werkkamer. Na vaccinatie toch nog een coronabesmetting. Saar mag niet in mijn hotel. Haar test was negatief.

Mijn mobiel blijft piepen. Familie en vrienden sturen filmpjes van heel veel water. De snelwegen in Zuid-Limburg gaan dicht en Saar zit vast op dagbesteding. Het duurt even voordat ik bedenk dat het water hierna richting het werkgebied van Dichterbij gaat stromen.

Ik slik twee paracetamols en bel met mijn collega’s. De veiligheidsregio Noord-Limburg heeft nog geen antwoorden, maar adviseert te starten met evacuatiescenario’s. Saar klopt: “ik heb drie uur YouTube gekeken in de taxi, jij moet nieuwe MB’s kopen”.

- 'Hun onzelfzuchtige inzet raakt me'

De volgende ochtend formeren we een crisisteam. De to-do lijst is eindeloos. Ik coördineer vanuit mijn werkkamer. We worden gebeld door leveranciers. Hun onzelfzuchtige inzet raakt me. De mensen op de evacuatielocatie sturen mij een filmpje van een eindeloze stroom busjes met bedden, wc papier, eten en hulpmiddelen.

Dan het slechtste scenario op ons lijstje. We moeten razend snel evacueren. Met 160 kilometer per uur jakkeren verschillende collega’s over de snelweg om op tijd te zijn. Begeleiders maken de onvoorstelbare afweging om niet hun eigen huis te ontruimen maar bij hun cliënten te blijven. Collega’s van kantoor komen met hele families aan om te ondersteunen.

Nog geen kwartier nadat iedereen veilig is aangekomen, ontvang ik al vrolijke foto’s van spelletjes die gedaan worden en taart die wordt uitgedeeld. Het hele weekend blijven mensen langskomen om te zorgen voor een fijne dag.

Ik mag net op tijd uit mijn werkkamer om alle groepen die weer naar huis gaan, uit te zwaaien.

Bekaf kom ik die avond thuis en denk aan de mensen in de zorg die nu al zo lang zo hard moeten werken. Je gunt ze beter. “Zullen we dan gewoon weer heel hard klappen voor ze in de tuin”, zegt Saar. Dat doen we. Met bijval van al onze buren.