Naar inhoud
Symposium - Ottersum

Vrij leven in een beschermde omgeving

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+) gedijen in een meer beschermde omgeving. Dat bleek vrijdag 23 juni op het symposium Buitengewoon natuurlijk van zorgorganisatie Dichterbij. Luisteren naar wat iemand nodig heeft levert een betere kwaliteit van leven én lagere kosten op.

Ruim 200 belangstellenden bezochten het symposium dat Dichterbij hield ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van De Ziep in Ottersum. Hier wonen 41 EVB+ cliënten in een beschermde omgeving. Cecile Stallenberg, lid van de raad van bestuur, ging in haar openingswoord in op het waarom van De Ziep. "Dichterbij streeft naar een samenleving waarin mensen met een verstandelijke beperking volop meedoen in de samenleving. Maar langzaam maar zeker groeide binnen de organisatie het inzicht dat sommige cliënten een meer beschermde omgeving nodig hebben. Normaal waar het kan, speciaal waar het moet."

Samenleving opzoeken

De Ziep functioneert naar ieders tevredenheid, zei ze. "Het gaat goed met de cliënten. Ze voelen zich thuis en het aantal incidenten en de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen zijn sterk afgenomen. Ook verwanten zijn tevreden. Zij hebben een sleutel en zijn dag en nacht welkom. Want ook al wonen de cliënten op een terrein, ze zijn allerminst afgesloten van de maatschappij. Sterker, het team zoekt de samenleving zoveel als mogelijk op. Vanuit een veilige thuisbasis, afgestemd op de wensen en behoeften van de cliënt."

Zinnige zorg

Ab Klink, oud-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en bestuurder van VGZ, zei in zijn toespraak op het symposium dat hij De Ziep een sterk initiatief vindt. "Het is te idealistisch gebleken om iedereen in wijken te laten wonen. Sommigen hebben bescherming nodig." Met VGZ werkt Klink aan het programma Zinnige zorg. "Zorg is zinnig als de patiënt centraal staat, verspilling en overdaad vermeden wordt en de zorg betaalbaar is." In zijn ogen moet doorstromen naar dure vormen van zorg zoveel mogelijk voorkomen worden. Dat vraagt om een vroegtijdige, goede diagnose en een goed samenspel van onder meer verzekeraars, gemeenten en zorgorganisaties. Hij pleit voor een sociale benadering met inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers en buddy's. "De financieringsstromen zijn nu leidend voor de zorgverlening. Door die schotten weg te halen en in te zetten op wat de cliënt nodig heeft, realiseer je betere zorg én kostenbesparingen."

Vaste begeleider

In de paneldiscussie onder leiding van tv-programmamaker Filemon Wesselink zei ook Michel van Schaik, directeur Gezondheidszorg bij Rabobank, dat er "geld genoeg is, maar het systeem te ingewikkeld is. In sommige zorgbranches is zelfs te veel geld, waardoor de noodzaak om te veranderen ontbreekt." Uit de paneldiscussie bleek verder dat kwaliteitszorg alleen mogelijk is als cliënt, verwant en medewerker goed samenwerken, dat er niet altijd geld is voor aanvullende therapieën en dat persoonlijke aandacht en nabijheid echt nodig is. Adri Rietveld, vader van Fadime, cliënt van Dichterbij, wees op het belang van vaste begeleiders. "Hoe constanter die factor is, hoe beter het gaat met de cliënt."