De begeleidster van Saar belt en zegt dat Saar toe is aan een nieuwe uitdaging. Saar wil in een restaurant werken. Ik merk dat ik kwaad word. Hoezo is dit door begeleiding met Saar besproken? De begeleiding die door Saar consequent ‘belediging’ wordt genoemd, omdat ze het woord ‘begeleiding’ moeilijk uit kan spreken. Ondertussen rolt jongste dochter met haar ogen. “Wat?”, vraag ik aangebrand.
Met deze vraag trakteer ik mezelf op pittige feedback. “Je gedraagt je als een inconsequente tijgermoeder”, zegt ze. “Jij vindt altijd dat we van alles moeten leren. Dat kan alleen als we de wereld zelf ontdekken en fouten mogen maken. En ja, er gaat wel eens wat mis.” In een adem gaat ze door: “trouwens ik kan kaarten krijgen voor een festival vanavond, dan neem ik morgen de eerste trein terug.” Eh, bedankt voor je feedback en leuk geprobeerd dat van dat festival, maar dat vind ik toch een minder goed ‘leermoment’ als je 17 bent.
Haar opmerking houdt me bezig. In mijn werk loop ik dagelijks tegen dit dilemma aan. Bewoners willen meer zelfstandigheid of nieuwe ervaringen opdoen. Dit brengt risico’s met zich mee. Deze risico’s zijn voor mij spannend. Ik ben immers verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid. Ik zie ouders die zich zorgen maken en worstelen met het vertrouwen dat er van hun gevraagd wordt. Collega’s die bewoners graag eigen regie geven en tegelijkertijd worstelen met hun grote verantwoordelijkheidsgevoel.
Man, jongste dochter en ik hebben een vrije dag. Saar wil geen vrij, ze moet werken in het restaurant. “Komen jullie ook?” Bij binnenkomst worden we door haar ontvangen met “gaat u zitten”. Ze schrijft onze bestelling op en maakt zelfstandig cappuccino’s en tosti’s. Mijn man en ik zijn verbaasd. Hoezo kan ze dit allemaal? Jongste dochter triomfantelijk: “zei ik toch”.
Saar komt met de pinautomaat aan tafel. “Eerst vragen of ze contant willen betalen”, fluistert haar begeleider. “Met pin, mijn mama kan niet contant betalen, dat moet ze nog leren,” roept Saar.