Wim geniet met volle teugen van het contact met Romy. In zijn kamer heeft hij veel foto’s hangen van de avonturen die ze samen hebben beleefd. “Soms vragen mensen of het niet gek is dat hij zoveel foto’s van mij op zijn kamer heeft hangen. Dat vind ik niet. Ik heb meteen heel duidelijk aangegeven dat onze vriendschap puur platonisch is. Wim snapt en respecteert dat.”
Maar Romy is veel meer dan alleen de leuke uitjes. “Als er iets is, dan mag Wim mij altijd bellen. In coronatijd hebben we veel gebeeld-beld. Toch Wim? Wat zeg je dan altijd?” Wim lacht: “Ik zal aan je denken!” “Dat klopt”, vervolgt Romy. “Dat zijn altijd de woorden waarmee we afsluiten.” Romy vindt het fijn dat Wim bij haar zichzelf kan zijn. “We kunnen het over serieuze dingen hebben, maar maken ook grapjes. Soms houd ik Wim voor de gek, maar daar kan hij wel om lachen. Verder vind ik Wim een lieve man. Zelfs op zaterdag gaat hij nog op zijn werk helpen. Ook zijn passie voor muziek vind ik mooi.”
Wim begint te stralen: “Ja, ik vind het ook heel gezellig met jou. Vooral als we samen iets gaan doen. Dat vind ik fijn”, besluit hij met een lach.